Welkom.Huisdichter.Clubblad.Partijen.Verhalen.Geen spel.Informatie.

Ik hoor het regelmatig op de club: "Ik stond gewonnen, maar ik kon het niet afmaken." Ge-wonnen staan en winnen zijn twee dingen. Wie gewonnen staat, wordt zorgeloos en denkt dat niks hem meer kan overkomen. Wie gewonnen staat wordt  vaak  ongeduldig  en  wil  het liefst de parti j in een klap uitmaken, terwijl dat meestal niet kan.  Of men begint snel te zetten,  omdat de parti j  toch al "uit" is. Maar blunders zijn gauw gemaakt, vooral als de tegenstander daarop zit te speculeren.

Wat te doen als u meerdere pionnen, een stuk of zelf meerdere stukken voorstaat in een verder vrij gezonde stelling?

 

Het volgende strijdplan leidt onverbiddelijk tot winst:

1. Ruil alle stukken af.

2. Sla alle pionnen van de tegenstander.

3. Haal met een van uw eigen pionnen een dame.

4. Zet pas dan de tegenstander mat.

Makkelijk gezegd, minder makkelijk gedaan.

Fase  1  duurt  het  langst  en  is  het moeilijkst. Uw tegenstander zai afruil van stukken zoveel mogelijk vermijden en u allerlei problemen voorschotelen.  Maar wees geduldig: uw tegenstander zai vroeg of laat toch moeten toestaan dat er stukken geruild worden. Let wel: ruil zodra het kan, maar niet ten koste van uw stelling.

Als afruil uw stelling verzwakt,  stel het ruilen dan nog maar even uit en wacht op een gunstiger  moment.  Blijf  intussen  actief spelen en houdt de tegenstander onder druk, maar

GEEF GEEN MAT !!!!

Dat laatste klinkt vreemd: is mat niet het doel van het schaakspel? Jawel, en als u uw tegenstander mat  kunt  zetten moet  u  dat doen, maar in het algemeen doet zich deze gelegenheid niet voor. Speel er dan ook niet op, u krijgt uw tegenstander in deze fase van de strijd toch niet mat gezet en u loopt alleen maar het risico uw voordeel te ver-liezen.

Fase 2 is alleen nodig als u een stuk voor staat, maar nog geen pionnen. Met uw extra stuk kunt u moeiteloos de pionnen van de tegenstander van het bord meppen.

 

Pas op voor vijandelijke vrijpionnen en zorg dat u zelf tenminste 1 pion overhoudt, want met alleen een paard of een loper of met 2 paarden kunt  u uw tegenstander niet  mat zetten.

Fase 3 vereist enige kennis van het eind-spel. Begeleiding van de koning is noodzakelijk om de pion naar de overkant te begeleiden.  Zoals een moeder haar kind beschermt tegen de gevaren van buitenaf op de weg naar volwassenheid moot de koning de pion be-schermen op de weg naar het  "dame-zijn". Praktisch gezegd: bescherm de pion zodanig dat de vijandelijke koning er niet bij kan.

Fase 4 is een fluitje van een cent, want ik mag veronderstellen dat iedereen intussen in staat is moeiteloos mat te geven met een dame. In de vorige editie van het clubblad is dit onderwerp reeds behandeld en met name hierbij geldt: oefening baart kunst. Als u deze matvoering 10 keer achter elkaar oefent,  kunt u mat geven binnen een halve minuut.

 

Kees van Hogeloon

 

 

Hoe win ik een gewonnen stelling?