"Check This Out!" door Kees van Hogeloon


Schaken als teamsport ?

Zo af en toe leest u in het wekelijks stukje van Eeuwig Schaak de uitslagen van het A-team en het B-team. Maar schaken... dat is toch geen teamsport? Een kenmerk van de schaaksport is juist dat het puur individueel is: één speler met wit tegen één speler met zwart en wat er buiten dat bord gebeurt doet niet ter zake. Toch is er een simpele manier om dat puur individuele spel als teamsport te bedrijven. Je zet een x aantal schakers op een rij en laat die spelen tegen een x aantal spelers van een andere club.
Je telt de resultaten bij elkaar op en dat is de uitslag van de teamwedstrijd. Op die manier spelen de twee teams van Eeuwig Schaak in de Avondcompetitie: 4 spelers van Eeuwig Schaak tegen 4 spelers van een andere club. En als van die 4 van Eeuwig Schaak er bijv. 2 winnen, 1 remise speelt en 1 verliest dan levert dat een score op van 2½-1½ voor Eeuwig Schaak. Maar nog steeds blijven het 4 schakers, die ieder individueel hun partij afwerken.

Toch is er een belangrijk verschil tussen een partij in teamverband en een partij die je voor jezelf speelt. Allereerst de wetenschap dat je voor een team speelt. Als je een blunder maakt dupeer je jezelf, maar in teamverband dupeer je het hele team. Een extra motivatie dus om geconcentreerd te blijven spelen. Maar het belangrijkste verschil is dat de uitslag van de teamwedstrijd voorop staat. Winnen met 4-0 of 2½-1½ levert het team 2 matchpunten op, verliezen met 4-0 of 2½-1½ levert geen matchpunten op. En om die matchpunten draait het in eerste instantie. Dat betekent dat bij een achterstand van 2-1 (met teams van 4) geen remise mag worden aangeboden of aangenomen en bij een 2-1 voorsprong een remise-aanbod moet worden aangenomen, al sta je gewonnen. Want bij een achterstand van 2-1 is een remise de doodsteek voor het team en bij een voorsprong van 2-1 is een remise het binnenhalen van de matchpunten. Ook beïnvloedt het verloop aan de andere borden het eigen spel. Als de anderen goed staan, kun je rustig naar remise afwikkelen. Als de anderen slechter staan, moet je zelf alles of niks gaan spelen, omdat remise dan niet meer voldoende is. Zo ontstaat er toch een teamspel en wordt schaken vreemd genoeg toch ineens een teamsport.

De nachtmerrie van iedere schaker is door een blunder het team matchpunten door de neus te boren. Een team van 4 staat met 2-1 voor en zelf heb je na aanvankelijk slecht te hebben gestaan met veel moeite een gewonnen stelling opgebouwd en de tijdnood overleefd.
Je zakt achterover om het winnende punt te incasseren, wil de dames afruilen om de zaak nog wat makkelijker te maken en als je juist de dame hebt losgelaten zie je het: een paardvorkje waardoor de dame op slag verloren gaat en de partij alsnog verloren is! En dit alles onder het toeziend oog van je teamgenoten, die juist de overwinning al wilden gaan vieren. Dat is een moment, waarop je 3 meter de grond inzakt. Het Clarence Seedorf gevoel, na de gemiste penalty tegen Turkije. De schrijver van dit stukje weet er alles van, want dit is namelijk precies wat hem overkwam in de wedstrijd van Eeuwig Schaak B tegen Schaakhoeve B. Dankzij overwinningen van Jan Rijkse en Toon de Rooij werd het 2-2, maar het had dus 3-1 voor Eeuwig Schaak B kunnen en moeten zijn.



Dit stukje verscheen op 2 april 1998 in Weekblad De Rucphense Bode.